De uitgangsfrequentie
van PI6ATS.
o.a.
parabolische reflector en loopyagi.
In parabool
gemonteerde LPA.
Vanaf een
paar tientjes per stuk....
Voorbeeld van een
voorversterker met een Ga-As fet en een
MAR (door verandering van de eerste
'spoel' zowel voor 13 als voor 23 cm
bruikbaar) |
Er zijn complete
zenders voor 13 te koop, afstembaar over
de gehele band (en erbuiten). |
Zelfbouw 13 cm ATV
zender, BC107 als modulator, BFG als
oscilator, MAV en 4 x BFG als driver,
BFG34 als eindtrap, 440 mW output. |
Zelfbouw 13 cm FM
ATV zender. |
Gewoon bij de
microfoon houden.
Zelf te bouwen HB9CV
voor 2 meter.
|
|
Hoe te beginnen
met ATV?
In midden Nederland kan PI6ATS
hierbij behulpzaam zijn door te fungeren als baken
waardoor afregelen van ontvanger en antenne
experimenten mogelijk zijn.
Door de opstellingsplaats en
hoogte is het signaal in een groot deel van midden
Nederland behoorlijk sterk waardoor de
ontvangergevoeligheid niet bijzonder groot hoeft
te zijn.
In andere gebieden zijn andere
repeaters met signalen in de 23 cm band bruikbaar:
PI6DRA (Drachten), PI6EHV (Eindhoven), PI6ATH
(Haarlem), PI6ATR (Aalten), PI6BOZ (Bergen op
Zoom), PI6JOU (Joure). Bij condities zijn deze
allemaal te ontvangen in midden Nederland.
In onderstaand overzicht is
ruimschoots verwezen naar literatuur die het
betreffende onderwerp praktisch behandelt,
inclusief schema en eventueel printlay-out. Mocht
het niet mogelijk zijn via een medeamateur een
kopie te bemachtigen (probeer het eens op 144,750
MHz) kunt u natuurlijk altijd een verzoek doen
middels e-mail.
23 cm Ontvangststation.
Een ontvangststation bestaat uit
de volgende delen:
- Antenne,
- Kabel,
- Ontvanger (eventueel voorzien
van voorversterker en/of filter),
- Televisie of monitor
(afhankelijk van het signaal dat de ontvanger
levert).
23 cm Antenne.
Als antenne komen veel typen in
aanmerking waarbij naast zelfbouw tegenwoordig ook
ATV antennes in de handel worden aangeboden. Als
eenvoudig te maken antenne is een Doppelquad of
een Doppel-acht (UHF Unterlage teil I + II) zeer
geschikt. Deze antennes zijn dermate klein dat ze
altijd wel een plaatsje op de mast kunnen vinden,
er zijn echter ook amateurs die antennes op een
bezemsteel o.i.d. zetten en uit het dakraam
steken. Hiervan afgeleid is de iets complexere
23cm Panel Antenna (CQ-TV 182).
Andere goed zelf te maken
antennes:
- Parabolische reflector
(diameter minimaal 1,2 mtr.)(RB 2/1985 en
10/1985, Practical Wireless 2/1984, Electron
6/1984), met hierbij een keuze uit verschillende
belichters zoals een LPA voor meerdere banden
(Electron 1/1973, 2/1978, 6/1984, 3/1988, CQ-DL
5/86, Dubus 1983),
- Loop-Yagi (RSGB VHF/UHF
manual, UKW-berichte 2/1977, QST 8/1981),
- Long-Yagi (Dubus 2/1994, UKW
berichte 1/1982, TV Amateur 62/1986)
Als de antenne alleen voor
ontvangst wordt gebruikt verdient het aanbeveling
een voorversterker direct aan de antenne aan te
sluiten waardoor de verliezen in de kabel minder
belangrijk zijn (bouwpakketten worden in de handel
aangeboden), (Dubus 2/90, TV Amateur 73/89, CQ-TV
149, Repeater 3/1998, website PD2EBH). Een
dergelijke voorversterker dient signalen buiten de
band voldoende te onderdrukken zodat een
ingangsfilter eigenlijk een 'must' is.
Kabel.
Coax kabels als RG213 zijn op
deze hoge frequenties niet bruikbaar in verband
met te grote signaal verliezen. Zelfs bij kleine
lengten moet verliesarme kabel worden gebruikt
zoals coax-6, H100, Cellflex, Aircom, Aircell of
andere. Bij lengten groter dan b.v. 15 meter moet
eigenlijk al gebruik gemaakt worden van een
voorversterker bij de antenne. Indien een
voorversterker met veel versterking geplaatst is
kan kabel gebruikt worden die bedoeld is voor
LNC’s.
Heel belangrijk is het gebruik
en correcte montage van connectoren. Vaak worden
N-connectors gebruikt (deze zijn geschikt voor
deze frequenties, voor veel typen kabel
beschikbaar en waterdicht). Een niet goed
aangezette connector kan zo de helft in signaal
schelen (3 dB), dit kan het verschil zijn tussen
‘amper zichtbaar’ en ‘bijna ruisvrij’.
23 cm Ontvanger.
Nog niet zolang geleden moest
een ontvanger nog geheel zelf worden gebouwd, als
middenfrequent werd vaak 70 of 55 MHz gebruikt
(CQ-DL 11/89).
Tegenwoordig wordt veel gebruik
gemaakt van standaard satelliet ontvangers (of
onderdelen hiervan) die veelvuldig worden
aangeboden (op vlooienmarkten vanaf een paar euro,
bij kennissen soms gratis). Het betreft hier
ontvangers voor analoge signalen die door
bekabeling of overschakelen op een ontvanger voor
digitale signalen overkompleet zijn geworden. Het
ontvangstbereik loopt minimaal van 950 MHz tot
1750 MHz, soms geeft de ontvanger de frequentie
digitaal aan (3 of 4 digids), soms wordt een
kanaalnummer aangegeven (kan even zoeken zijn naar
de frequentie als de documentatie ontbreekt) of
'on screen'. Bij 'on screen' dient wel de LO
frequentie op 10000 te worden gezet om niet te
hoeven rekenen bij de frequentieaanduiding.
Hoewel de gevoeligheid van een
dergelijke ontvanger is berekend op een LNC met
hierin een behoorlijke versterker is deze soms
goed genoeg om direct aan de antenne aan te
sluiten. De laagspanning (die oorspronkelijk
bestemd is voor de LNC) is goed te gebruiken om
een voorversterker mee te voeden. Hiervoor zijn
diverse ontwerpen in omloop en als bouwpakket te
koop. Indien dit niet wordt gedaan (de meeste
antennes vormen voor gelijkspanning een
kortsluiting) is de spanning af te schakelen door
een schakelaartje om te zetten, een zekering te
verwijderen of een serie condensator van b.v. 100
pF te monteren.
Aangezien tegenwoordig veel
(sterke) signalen gebruik maken van de hogere
frequenties (UMTS, GSM) bestaat de kans dat de
voorversterker of ontvanger wordt overstuurd. Dit
is op relatief eenvoudige wijze te voorkomen door
een hoogfrequentfilter te plaatsen vóór de
voorversterker. Het nadeel is dat zo'n filter een
extra stukje handenarbeid met zich meebrengt, het
gewenste signaal ook iets zal verzwakken en
misschien zo smal is dat maar één frequentie in de
23 cm band optimaal kan worden ontvangen. Deze
nadelen wegen echter niet op tegen de voordelen:
zonder filter is er soms amper sprake van beeld.
Ter illustratie de situatie zonder en met filter
(bij PE1EZU in Breukelen).
|
|
|
Beeld
zonder filter |
Het
hoogfrequent filter |
Beeld
mèt filter |
Aangezien de bandbreedte van
satelliet signalen groter is dan die van amateur
signalen en omdat de geluidsdrraggolf op 5,5 MHz
aanwezig is, zijn (eventueel later) verbeteringen
mogelijk:
- Video niveau verhogen (een
schema van de betreffende ontvanger is dan
handig), of een video versterker toevoegen,
- Smaller middenfrequent filter
plaatsen (479,5 MHz), deze zijn voor weinig geld
te koop op vlooienmarkten. Dit is niet
(eenvoudig) mogelijk bij alle ontvangers,
exemplaren met tuners van Sharp lenen zich hier
uitstekend voor,
- video filter opnemen om te
voorkomen dat de geluidsdraaggolf van 5,5 MHz
interfereert met het beeld (hiermee worden de
'schuine lopende strepen' voorkomen).
Afhankelijk van de ontvanger zal
deze vaste frequenties hebben of afstembaar zijn
vanaf 6 of 6,5 MHz. Om ATV geluid op 5,5 MHz te
ontvangen dient e.e.a. vaak gemodificeerd te
worden, door het geluidsdeel aan te passen of
eventueel door toevoeging van een nieuw
geluidsdeel met b.v. een TBA120, al dan niet
afstembaar (TV Amateur 68/88, CQ-DL 6/90, Electuur
11/1986, RB juli/augustus 1986, CQ-TV 179).
13 cm Zendstation.
Een zendstation bestaat uit de
volgende delen:
- Antenne,
- Kabel,
- Zender,
- Videobron.
13 cm Antenne.
Tegenwoordig wordt hiervoor een
scala aan antennes aangeboden, o.a. die voor WiFi
gebruik..
Als eenvoudige beginners antenne
om zelf te maken komt ook hier de Doppel-acht
antenne in aanmerking (UHF Unterlage teil I + II).
Door het kleine formaat kan deze zelfs op dezelfde
plaat worden gemonteerd als de Doppel-acht voor 23
cm.
Ontwerpen voor Loop-Yagis en
Long-Yagis circuleren waarbij echter hoge eisen
worden gesteld aan nauwkeurigheid van maatvoering
(UHF-Unterlage Teil III, UKW berichte 1/1989,
Dubus 4/89).
Een parabolische reflector is
zeker eenvoudiger te maken terwijl de versterking
vaak hoger ligt (zie hierboven bij 23 cm antenne).
Eventueel kan als belichter een
LPA gebruikt worden waardoor de antenne ook voor
b.v. 23 cm kan worden gebruikt. Zelfs zenden op 13
cm en gelijktijdig ontvangen op 23 cm behoort tot
de mogelijkheden door in de shack gebruik te maken
van een 23/13 cm-duplexfilter (Repeater 3/1998).
Kabel.
Omdat de frequentie hier nog
hoger is worden minimaal dezelfde eisen gesteld
aan de kabel als hierboven is beschreven. Als de
kabel erg lang is kan eventueel een eindtrap(je)
direct bij de antenne worden geplaatst.
13 cm Zender.
Commerciële ATV zenders voor 13
cm zijn beperkt beschikbaar.
Er is wel gebruik te maken van
standaard verkrijgbare apparatuur om ‘binnenshuis’
een videosignaal te verspreiden. Een dergelijke
zender dient soms wel aangepast te worden. Tevens
is het uitgangsvermogen beperkt, dit is echter
eenvoudig te omhoog te brengen met verkrijgbare
(UMTS) eindtrappen. Vermogens van tientallen watts
zijn tegenwoordig zeer gangbaar.
Ter volledigheid een overzicht
van zelfbouw, hiervoor bestaan diverse eenvoudige
ontwerpen en bouwpakketten:
- Oscillator op lage
frequentie, mengen met signaal uit kristaltrein,
filter en eindtrap (UKW berichte 3/95),
- Oscillator op de lagere
frequentie, vermenigvuldiger, filter en eindtrap
(TV Amateur 63/86 en 67/87),
- Oscillator direct op de
eindfrequentie, filter en eindtrap (tegenwoordig
de meest voorkomende methode, CQ-TV 160,
Repeater 5/6/1997).
- Combinaties hiervan (UKW
berichte 4/87, TV Amateur 62/1986, 67/1987).
De oscillator is hierbij
loslopend of (eventueel later te bouwen) te locken
aan een referentie door b.v. een PLL (Repeater
5/1997, 1/1998, 2/1998, CQ-TV 174, 178, 183).
Het videosignaal wordt via een
videofilter (TV Amateur 62/1986, CQ-TV 153,
155,156, 158, 182, Repeater 1/1997) en een
pre-amphasis (met eventueel een signaal van een
oscillator voor het audio) aangeboden aan de
oscillator (Electron 8/1989, TV Amateur 50/83,
67/87, 69/88 en 94/94 CQ-DL 1/90, Repeater
3/4/5/1997, 1/2/4/1998, CQ-TV 167).
Videobron.
Hier wordt tegenwoordig
voornamelijk consumenten apparatuur ingezet.
- DVD speler,
- Camcorder,
- Computer,
- fototoestel,
- Etc.
Voor testbeelden of om tekst
over een ander video beeld te zetten zijn diverse
ontwerpen in beschikbaar (Electuur 2/1984, CQ-PA
13 - 1985, Electuur, CQ-TV 138, 145, 183, TV
Amateur 59/85, Repeater 3/99).
Benodigdheden voor de
besturing van PI6ATS.
- 1750 Hz toongenerator.
- DTMF coder,
- 2 mtr. Zender,
- Antenne.
1750Hz toongenerator.
Deze is in de meeste gevallen
aanwezig t.b.v. het ‘openpiepen’ van phone
repeaters, is anders eenvoudig zelf te maken
d.m.v. een LM741 of een digitaal IC.
DTMF coder.
Als DTMF coder kan een
aangesloten telefoon (hoorn bij de microfoon
houden), een mobiele telefoon of een eenvoudige
telefoonkiezer dienen. In diverse tranceivers en
portofoons is de DTMF coder al ingebouwd aanwezig.
Op de Downloadpagina van PI6ATV is een programma
te downloaden waardoor met een PC de tonen gemaakt
kunnen worden.
2 mtr. Zender.
Dit dient een zender te zijn die
de tonen uit kan zenden op 144,7625 MHz.
2 mtr. Antenne.
Als antenne kan het beste een
horizontaal gepolariseerde antenne worden gebruikt
aangezien de ontvangstantenne bij PI6ATS ook
horizontaal gepolariseerd is.
Omdat de ontvangstantenne binnen
is opgesteld en omgeven is door metaalwerk van
mobiele telefonie dient de zendantenne wel gericht
te worden op PI6ATS.
|